Na 2021 geen chloortransporten meer over het spoor

Over drie jaar komt er een eind aan de omstreden chloortransporten van AkzoNobel die nu nog incidenteel over het spoor rijden. Hoewel dit al de bedoeling van staatssecretaris Stientje van Veldhoven was, is dit nu officieel vastgelegd met een handtekening.

De AkzoNobel was de afgelopen jaren verantwoordelijk voor het vervoer van giftige stoffen over het spoor. Al in 2006 werd het vaste ritme van het transport beeïndigd, maar vonden incidentele transporten nog plaats. Als er onderhoud aan de centrale in ons land was moeten er chemische stoffen, om bijvoorbeeld kunststof te maken, uit andere delen van het land worden gehaald.

Van Veldhoven is "heel blij dat we nu zover zijn''. Ze laat weten dat mensen zich jarenlang zorgen hebben gemaakt over deze transporten, en dat ze blij is dat AkzoNobel heeft erkend dat ze andere oplossingen hebben gevonden, waarmee in 2021 er definitief een eind aan de omstreden transporten komt.

Het komende paar jaar wordt er op enkele momenten onderhoud aan de fabriek in Rijnmond uitgevoerd, waardoor er nog tiental chloortreinen door het land rijden. Bij incidentele gevallen moeten er transporten uit Duitsland komen, maar dit is nog nooit nodig gebleken.

AkzoNobel bouwt nu met steun van het Rijk een tweede productielijn, die in 2021 in dienst moet worden gesteld. Hiermee zullen dergelijke transporten over het spoor niet meer nodig zijn.

Verzet

De afgelopen jaren was er veel verzet tegen de chloortransporten. Veel omwonenden en gemeenten langs de spoorlijnen lieten weten dat ze tegen het vervoer van de chemische stoffen waren. Gelukkig zijn er nooit grote ongelukken in ons land gebeurd, maar zijn er wel enkele incidenten geweest. 

Akzo claimde dat de transporten zo goed waren beveiligd, dat ontsporen onmogelijk was. Toch was er in 2006 sprake van een ontsporing op het industrieterrein van AkzoNobel in Delfzijl. Dat gebeurde tijdens het rangeren, met lage snelheid. Bij het uit de rails lopen raakte de tank niet beschadigd.

Foto: Rob Dammers
Foto: Rob Dammers