Drielandentrein blijft niet op tijd rijden, maar Arriva krijgt geen boete

De Drielandentrein kampt nog steeds met forse punctualiteitsproblemen. Toch blijft een financiële sanctie voor vervoerder Arriva voorlopig uit. De provincie Limburg vindt dat de vertragingen grotendeels buiten de schuld van het bedrijf liggen.
Uit onderzoek van de provincie blijkt dat vorig jaar maar liefst 34 procent van de Drielandentreinen niet op tijd reed, terwijl de afgesproken norm slechts 5 procent bedraagt. Ook het aantal uitgevallen ritten lag boven de grens die in het contract is vastgelegd. Toch ziet de provincie af van een boete, omdat de vervoerder te maken heeft met overmachtssituaties.
Drielandentrein
De internationale treinverbinding rijdt sinds juni vorig jaar tussen Aken, Heerlen, Valkenburg, Maastricht, Eijsden en Luik. Arriva voert de dienst uit in samenwerking met de NS en de Belgische spoorwegmaatschappij NMBS. Het bedrijf kampt echter met een tekort aan machinisten, mede doordat personeel dat in Duitsland rijdt een extra opleiding moet volgen. Ook de staat van het Duitse spoor zorgt geregeld voor problemen. “We worden op het traject richting Duitsland vaker gedwongen om aanpassingen in de dienstregeling te doen,” zei een woordvoerder van Arriva eerder tegen L1 Nieuws.
Obstakels overwonnen
Voordat de Drielandentrein überhaupt van start kon gaan, moesten talloze obstakels worden overwonnen. Overheden, vervoerders en spoorbeheerders in drie landen moesten afspraken maken over financiering, planning en techniek. De beveiligingssystemen en de spanning op de bovenleiding verschillen namelijk in elk land. Ondanks de opstartproblemen houdt de provincie vertrouwen in het project, dat de internationale bereikbaarheid van Zuid-Limburg moet verbeteren.