Deutsche Bahn haalt opnieuw dieptepunt met punctualiteit
De Deutsche Bahn heeft in september opnieuw een laagtepunt bereikt doordat er slechts 55 procent van de langeafstandstreinen arriveerde met minder dan zes minuten vertraging. Volgens de spoorwegmaatschappij zorgden talrijke werkzaamheden, vandalisme en zelfs sabotageacties voor aanzienlijke verstoringen op het Duitse spoor.
De spoorwegmaatschappij erkent inmiddels dat de geplande punctualiteitsdoelen voor 2025 niet gehaald zullen worden. De gemiddelde stiptheid in het langeafstandsverkeer lag in september op 61,9 procent, fors lager dan de 67,9 procent van een jaar eerder. Vooral bij de ICE- en IC-treinen zakte het cijfer naar 55,3 procent. In het regionale verkeer deden de treinen het beter: daar kwam 87,2 procent van de ritten op tijd aan, slechts iets minder dan in september 2024.
Sabotage en werkzaamheden drukken op betrouwbaarheid
De Deutsche Bahn stelt dat de vele bouwprojecten, evenals incidenten van vandalisme en sabotage, een grote invloed hebben gehad op de dienstregeling. Vooral in Noordrijn-Westfalen en rond Hannover zorgden beschadigde installaties en sporen voor langdurige verstoringen. Een trein geldt als vertraagd vanaf zes minuten; uitgevallen ritten worden niet meegeteld, maar tellen wel mee in de zogenoemde 'reizigerspunctualiteit'. Die daalde in september naar 61,9 procent - zes procentpunten minder dan vorig jaar.
Voorzichtig optimisme over toekomstplannen
Ondanks de tegenvallende cijfers blijft de Duitse overheid hopen op verbetering. Minister van Verkeer Patrick Schnieder noemde een punctualiteit van 70 procent tegen 2029 "realistisch", met een langetermijndoel van 90 procent — vergelijkbaar met het niveau in Oostenrijk en Nederland. De nieuwe topvrouw van de Deutsche Bahn, Evelyn Palla, heeft de taak om het noodlijdende staatsbedrijf te hervormen en de klanttevredenheid te verhogen. Toch erkent ook zij dat de weg naar herstel lang zal zijn.