Infraspeed, de beheerder van het HSL-spoor in Nederland legt een miljoenenclaim neer bij het ministerie vanwege de schade aan het hogesnelheidsspoor. Vanwege de tragere treinen die op het spoor zouden rijden zou er grote schade ontstaan dan dat er op hogere snelheid zou worden gereden.

De claim bedraagt voorlopig 10 miljoen euro, maar men voorziet dat de schade de komende jaren nog oplopen. Infraspeed wil die op het ministerie verhalen, omdat die de tragere intercity's toestaat op de HSL sinds het Fyra-debacle.

Rijtuigen met Traxx-locomotieven

Al vanaf het begin van de opening van de HSL-lijn heeft de NS er met oudere rijtuigen (type ICR) gereden in combinatie met Traxx-locomotieven van Bombardier. Deze treinstellen kunnen niet harder rijden dan 160 kilometer per uur. De bedoeling was dat er uiteindelijk met de nieuwe snelle V250-treinstellen van de Italiaanse bouwer Ansaldobreda zou worden gereden, echter bleken deze treinen teveel mankementen te vertonen waarna de NS na een lange juridische strijd de treinstellen terug naar Italië stuurde.

In afwachting van de nieuwe Intercity-treinstellen die in 2021 door Alstom geleverd worden, rijden er nog steeds opgeknapte oudere ICR-rijtuigen met Traxx-locomotieven.

Onderzoek

Het ministerie heeft laten weten dat ze nog niet overtuigd zijn, dat de schade aan het spoor door de huidige intercity-treinen veroorzaakt wordt. Hun laten daarom ProRail, die het reguliere spoor beheert, onderzoek doen of het niet aan het onderhoud schort of de kwaliteit van het spoor zelf. Hiervoor is InfraSpeed zelf verantwoordelijk.

Uit het onderzoek moet nog blijken hoeveel schade er is aangericht, en hoeveel het herstel moet gaan kosten. Inmiddels is InfraSpeed in de tussentijd gewoon bezig met het repareren van de schade.

Ook moet uit dat onderzoek duidelijk worden hoeveel schade er precies is aangericht en hoeveel dat gaat kosten. Het onderzoek is binnenkort klaar. Infraspeed repareert intussen gewoon de schade aan het spoor.

De HSL-spoortunnel bij Hoogmade in de buurt van Leiden
Foto: Rijkswaterstaat / Harry van Reeken