Vervoerregio’s en provincies reageren verheugd op de brede steun in de Tweede Kamer voor een motie die oproept de bezuinigingen op het regionale openbaar vervoer in 2026 terug te draaien. Tegelijkertijd blijven ze wel zorgen uiten over de financiële toekomst van het ov.

Ze benadrukken dat er meer nodig is om het ov duurzaam en betaalbaar te houden en vragen zich af hoe het demissionaire kabinet deze motie in de begroting zal verwerken. “De urgentie is hoog en de tijd dringt,” stellen onder andere de Vervoerregio Amsterdam, de MRDH en brancheorganisatie OV-NL.

Verschraling van OV

Zonder extra geld dreigt het aanbod van bussen, trams en metro’s volgend jaar af te nemen, met het verdwijnen van lijnen en verdere prijsstijgingen tot gevolg. De motie, ingediend door GroenLinks-PvdA, ChristenUnie en SP, verzoekt het kabinet om de geplande bezuinigingen terug te draaien. De ov-sector eist dat er uiterlijk op Prinsjesdag een concreet en 'solide plan' ligt om verdere verschraling te voorkomen. Al eerder trok reizigersvereniging Rover al aan de noodklok. "We hebben tientallen jaren gewerkt aan een sterk en betrouwbaar OV-systeem. Dit dreigt nu te worden afgebroken", werd er in maart van dit jaar in een brandbrief geschreven aan het Nationaal Openbaar Vervoer Beraad (NOVB).

Ook na 2026 blijven er financiële risico’s voor het ov bestaan. De motie biedt daarvoor geen oplossing en houdt geen rekening met mogelijke tariefstijgingen bij de NS, die zonder ingrijpen kunnen oplopen tot zo’n 12 procent. Daarbij is het niet zeker dat het kabinet de motie daadwerkelijk uitvoert; eerdere moties werden ook genegeerd, zoals bij het budget voor de Lelylijn. Verschillende regeringspartijen stemden dit keer al tegen, mede omdat er geen financiële dekking is voor het voorstel.

Demissionair staatssecretaris Thierry Aartsen (VVD), die het openbaar vervoer tegenwoordig in zijn portefuille heeft, reageerde woensdag dat het uitvoeren van de motie "een hele puzzel zal worden". Hij wees erop dat de voorjaarsnota nog maar net is vastgesteld en dat de daarin opgenomen bezuinigingen door fractievoorzitters zijn goedgekeurd.