Overheid wil ook beslissingen kunnen nemen bij aanpak van onveilige spoorwegovergangen

Een spoorwegovergang van het NABO-soort (Foto: ProRail)
Een spoorwegovergang van het NABO-soort (Foto: ProRail)

Het kabinet wil dat de veiligheid bij onbewaakte spoorwegovergangen sneller verbetert en wil daarom dat de overheid de bevoegdheid krijgt om deze overwegen op te heffen of te verplichten dat deze wordt aangepast.

Om dit mogelijk te makenmoet de de Spoorwegwet worden gewijzigd. Op dit moment kan een onbewaakte spoorwegovergang alleen worden opgeheven of aangepast als de gemeente waar de overweg ligt daartoe besluit of als er overeenstemming is met de grondeigenaar. Een aantal Kamerleden en de FNV Spoor kwamen vorige maand nog met een voorstel dat Prorail ook eenzijdige besluiten zou moeten kunnen nemen voor de aanpak van onveilige overwegen.

'Niet meer van deze tijd'

Staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat: “Onbewaakte overwegen zijn niet meer van deze tijd. Het zijn levensgevaarlijke kruispunten voor iedereen die er gebruik van maakt. Het is voor verkeersdeelnemers heel moeilijk in te schatten hoe snel een trein de overweg nadert en hoeveel tijd er is om over te steken."

De staatssecretaris wil daarom van de onbewaakte overwegen af. Hiervoor heeft de regering in deze kabinetsperiode al 194 miljoen euro beschikbaar gesteld, en is er een landelijk bemiddelaar aangesteld. Daarnaast zijn ook de 180 meest risicovolle overwegen opgenomen in een 'plan van aanpak'.

Onbewaakte overwegen

Nederland kent op dit moment nog zo’n 219 onbewaakte overwegen van het type NABO (Niet-Actief Beveilige overweg) op de hoofdsporen. De afgelopen jaren zijn er verschillende dodelijke ongelukken gebeurd op dit soort overwegen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en ProRail willen de onbewaakte overwegen daarom opheffen of beveiligen. Gesprekken hierover met gemeenten, omwonenden, grondeigenaren en gebruikers van de overwegen kosten vaak veel tijd.

Om die reden adviseerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid in 2018 om de Spoorwegwet aan te passen. Dat gaat nu gebeuren. In de Spoorwegwet wordt een zogenoemde aanwijsbevoegdheid opgenomen. Dankzij deze bevoegdheid kan de minister of staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat besluiten dat een overweg moet worden beveiligd of dat deze moet worden gesloten. Ook kan de bewindspersoon bepalen dat een gemeente moet meebetalen aan het veilig maken of opheffen van de overweg.

De aanwijsbevoegdheid moet gezien worden als een laatste redmiddel op het moment dat gesprekken en onderhandelingen vast te komen zitten.