Sloop van spoorbrug bij Maastricht gaat voorlopig niet door
De omstreden sloop van de spoorbrug over de Maas in Maastricht gaat voorlopig niet door. Tijdens het commissiedebat Spoor in de Tweede Kamer bleek dat er onvoldoende draagvlak is om de brug af te breken. Beslissend waren onder meer het verzet van reizigersorganisatie Rover en de Vlaamse tegenhanger TreinTramBus, evenals officieel bezwaar van de Vlaamse overheid.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat had oorspronkelijk gepland de brug te slopen, nu de tramplannen tussen Maastricht en Hasselt definitief van de baan zijn. Rover trok hierover aan de bel, omdat sloop een toekomstige treinverbinding tussen de twee steden voorgoed onmogelijk zou maken.
Rover: Belangrijke overwinning
"Dit is een belangrijke overwinning voor de reiziger en de grensoverschrijdende bereikbaarheid," zegt Rover-directeur Freek Bos. "Het ministerie mag de deur naar de toekomst niet dichtgooien door kapitaalvernietiging te plegen op een brug die nota bene in 2010 nog voor 33 miljoen euro is gerenoveerd."
Ministerie in gesprek met Rover
De Tweede Kamer heeft bepaald dat het ministerie eerst in gesprek moet met Rover en de betrokken vervoersbedrijven voordat er nieuwe besluiten worden genomen. Rover benadrukt dat de brug essentieel blijft als schakel in een mogelijke treinverbinding tussen Maastricht en Hasselt, als strategische reserve voor internationaal goederenvervoer en als vitale infrastructuur voor de regio.
Samen met TreinTramBus werkt Rover aan een manifest voor de heropening van de spoorlijn vanaf 2035. Met het Kamerbesluit van deze week gaat de organisatie het gesprek met het ministerie vol vertrouwen aan om de verbinding voor de lange termijn veilig te stellen en zo de Euregio een duurzame toekomst per spoor te bieden.
Spoorbrug Maastricht
De Spoorbrug Maastricht is een 19e-eeuwse spoorbrug over de Maas in Maastricht, die deel uitmaakte van de voormalige Spoorlijn 20 Hasselt–Maastricht. De brug bestaat uit een vast deel, een boogbrug en een beweegbaar tafelbrugdeel van 32,4 meter. De brug is sinds 2001 een gemeentelijk monument en kenmerkt zich door haar historische constructie en neogotische details, zoals torentjes en wapenschilden, die herinneren aan de rijke industriële architectuur van de 19e eeuw.
De brug kent een bewogen geschiedenis. De eerste traliebrug op deze locatie werd in 1856 gebouwd en meerdere keren beschadigd tijdens de Tweede Wereldoorlog, onder andere door Nederlandse en Duitse militairen en door bombardementen in de buurt. Na de oorlog werd de brug deels herbouwd, maar de middenpijler werd niet teruggeplaatst. Oorspronkelijk bedoeld voor twee spoorlijnen, werd slechts één spoor gebruikt, en later kwam er een voetgangersbrug die vooral door fabrieksarbeiders werd gebruikt.
In de tweede helft van de 20e eeuw liep het gebruik van de brug sterk terug. In 1990 stopte het goederenvervoer, waarna de brug en de spoorlijn in verval raakten. Pogingen in de jaren 2010 om de goederenspoorlijn nieuw leven in te blazen mislukten, en in 2022 stelde ProRail voor de brug te slopen vanwege hoge onderhoudskosten en belemmering van de Maasvaart. Dit voornemen werd echter opgeschort na protesten, waardoor de brug behouden bleef als historisch monument.