De eerste generatie VIRM: Van DD-IRM tot VIRM

De dubbeldekstreinen van het type VIRM zijn een van de bekendste dubbeldekkers van de NS die in haar materieelvloot aardig in de meerderheid zijn. Deze stellen hebben al ruim 25 jaar een bijzondere levensloop, en zijn vroeger zelfs verlengd. We duiken in een deel de geschiedenis van deze dubbeldekstreinen.

De serie waarover het het hebben staat bekend als de (V)IRM-1 serie. Dit is de eerste deelserie IRM-treinen (InterRegio Materieel) waarvan er uiteindelijk vier series de fabriek zijn uitgerold. Er kwamen in het begin zowel driedelige als vierdelige stellen uit, en deze werden niet veel later na de ingebruikname verlengd tot vierdelige en zesdelige treinen Verlengd Interregio materieel (VIRM).

Deze eerste serie is enkele jaren geleden in de Haarlemse NS-werkplaats in behandeling genomen voor een levensduur verlenging, en een opknapbeurt van het interieur waarmee de naam aangepast werd naar VIRMm-1.

Omdat de laatste ongemoderniseerde VIRM-1 trein (de 8675) op zeer korte termijn de NS-werkplaats van Haarlem in rolt komt er hiermee een eind aan het nostalgische afwijkende interieur van deze trein. Daarom is het een mooi moment om het leven van de eerste generatie IRM welke later tot VIRM werd gevorm, in beeld te brengen. Uiteraard laten we de tweede en latere generaties VIRM in dit artikel buiten beschouwing.

 

Doorkomst van een driedelig IRM-stel bij De Vink, nabij Leiden (Foto: TGr_79)

In dienststelling

Tussen 1994 en 1996 werden er 290 dubbeldeksrijtuigen van het type DD-IRM, ook Dubbel Deks InterregioMaterieel genoemd, afgeleverd in drie verschillende soorten:

  • 162 mBvk1/2-rijtuigen: Dit zijn aangedreven koprijtuigen met 2e klas
  • 81 ABv3/4-rijtuigen: Dit zijn tussenrijtuigen met 1e/2e klas
  • 47 ABv5-rijtuigen: Dit zijn rijtuigen met 1e/2e klas

De ABv5-rijtuigen werden geleverd door De Dietrich Ferroviaire uit Frankrijk, wat tegenwoordig door Alstom is overgenomen; de overige rijtuigen kwamen bij de hoofdleverancier Talbot uit Aken vandaan. Van deze 290 dubbeldeksrijtuigen werden er uiteindelijk 34 driewagentreinstellen en 47 vierwagentreinstellen samengesteld. De volgorde van de twee verschillende stammen was als volgt:

Serie 8200 (drie-delig): 34 stellen DD-IRM-III: mBvk1 + ABv3 + mBvk2
Serie 8400 (vier-delig): 47 stellen DD-IRM-IV: mBvk1 + ABv4 + ABv5 + mBvk2

De kopbakken mBvk1 en mBvk2 zijn identiek, evenals de tussenrijtuigen ABv3 en ABv4.

Het nummer van het treinstel wordt bepaald aan de de hand van het rijtuignummer van de ABv3/4, deze hadden codenummers met de getallen 01 t/m 81, dus er kan bijvoorbeeld nooit gelijktijdig een stel 9401 en een stel 8601 in bestaan. Een voordeel met deze manier van het nummeren van de treinstammen is dat er bij een inkorting of verlenging nooit sprake kan zijn van een nummer wat al in gebruik is.

Hieronder zie je een technische tekening met een dwarsdoorsnede van de trein zoals die vroeger werd afgeleverd.

Verlenging

Geschiedenis
Eind 1998 wordt het plan opgevat om 130 tussenrijtuigen voor DD-IRM te bestellen. In deze rijtuigen wordt een ruimte gereserveerd voor een transformator. Deze moet de bovenleidingspanning van 25 kV om kunnen zetten voor de tractiemotoren, wat toegankelijkzou moeten zijn voor de toekomstige HSL-lijn die op dat moment in aanbouw was. Een deel van de rijtuigen zal voorzien gaan worden van een tractie-installatie. De rijtuigen worden gebruikt voor verlenging van de bestaande stammen die nodig was vanwege de vervoersgroei op de lange en middellange afstand. De plannen vonden nog niet direct plaats.

De bestelling
In 2000 werd een bestelling geplaatst voor 128 nieuwe rijtuigen, om de 81 bestaande stellen te verlengen: de driewagentreinstellen uit de serie 8200 werden uitgebreid met een ABv6-rijtuig tot vierwagentreinstellen en werden vernummerd naar de serie 9400. De vierwagentreinstellen uit de serie 8400 werden uitgebreid met een ABv6 en een mBv7 tot zeswagentreinstellen in de serie 8600. Hierbij werden dus van het treinstelnummer enkel de eerste twee getallen opgehoogd met één of tien. Opmerkelijk is dat de nieuwde vierdelige stellen ingedeeld werden in de 9400 nummerreeks. Dit was noodzakelijk om onderscheid te kunnen maken in verlengde stellen, en geen chaos te scheppen met een reeks van verlengde en onverlengde treinen. Uiteindelijk is het nummer nooit meer opnieuw aangepast naar het oude nadat alles verlengd was.

Vernieuwde techniek
En dan gaan we weer terug naar de verlenging van de treinen zelf. Het meest in het oog springende wijziging tijdens deze uitbreiding is de verplaatsing van de stroomafnemers van de mBvk-rijtuigen naar het nieuwe ABv6 rijtuig. Een verschil met de eerste verwachting is dat de extra tractieinstallatie voor 25 kV nooit ingebouwd werd. Wel bleef de mogelijkheid bestaan om dit later in te bouwen, maar daar is het nooit van gekomen omdat er al plannen waren voor nieuw materieel op de HSL-lijn: De V250-stellen, die in 2004 als model gepresenteerd werd.

Vernieuwde indeling
Ook de indeling van de nieuwe verlengde rijtuigen wijkt deels af van het oude, met onder andere een ander type stoelen die op de benedenverdiepingen in coachopstelling werden geplaatst. Bovendien werden de "oude" rijtuigen aangepast, zo werden onder andere de ruimtes voor de conducteur en een aantal toiletten verwijderd. Ook werden de stroomafnemers en de snelschakelaars verplaatst van de mBvk- naar de nieuwe ABv6-rijtuigen.

Het interieur van DD-IRM tot VIRM

Zoals eerder in dit artikel al is gezegd is treinstel 8675 de laatste VIRM die nog voorzien is van stoelen van het oudere type. Het betreft hier de kunstlederen banken waarvan na al die tijd het roze-paarse leer inmiddels al diverse scheuren en slijtage heeft achtergelaten. Dit interieur is nog afkomstig sinds de afleveringstoestand van de trein, alhoewel het niet ondenkbaar is dat er in al die jaren tijd enkele zittingen zullen zijn vervangen in dezelfde stijl. De eerste klas was voorzien van donkerblauwe bredere comfortabele stoelen waarvan het zitvlak verstelbaar is met een sierlijke hendel op de armleuning.

Tijdens de verlenging werd er door de NS gekozen om nieuwe stoelen in de nieuwe rijtuigen te plaatsen. Zo werden de oudere kunstlederen stoelen voorzien van stoffen stoelkussens waarop een motief van een gekleurd raamwerk van een vierkant is aangebracht. Ook de zetels in de eerste klas kregen een kleine aanpassing: De verstelhendel voor het zitvlak werd verhuisd van de armleuning naar een trekhendel onder het zitvlak. Dit nieuwe meubilair werd later ook in de tweede en derde deelserie van de trein toegepast.

Een opvallend detail is dat op enkele balkons van de oude rijtuigen zowel het oude stoelinterieur te zien is als de nieuwe stoffen stoelbekleding. Dit is te merken op de balkons waar ook enkele zitplaatsen aanwezig zijn, samen met een partij klapstoelen. Deze mix is ontstaan uit diverse wijzigingen die aan de oorspronkelijke rijtuigen zijn aangepast tijdens de verlenging. De balkons zijn grondig aangepakt en zijn deze op een nieuwe manier ingedeeld zodat de technische apparatuur een betere plek kon krijgen, waarbij er een toilet en een ruimte van de hoofdconducteur gesneuveld zijn.

Hieronder hebben we een fotoreportage staan waarin het oude en het nieuwere interieur in te zien is. Met deze reeks foto's hebben we nog een mooie herinnering naar wat de DDM-IRM vroeger was totdat deze in de revisie werd genomen tot VIRMm-1.

Fotogalerij

Het oude interieur van de IRM
De nieuwere stoffen stoelzittingen in de 2e klas. Deze worden ook gebruikt in de VIRM 2 en 3 serie.
Opmerkelijk: In een treinstel is zelfs een stoel van de 2e klasse in de 1e klas coupé gesignaleerd. Aan het missen van de handgreep in de leuning is te zien dat het hier om een nieuwer rijtuig gaat. (Foto: Flevofilms)
Treinstel 8675 is de laatste VIRM-1 die nog ongemoderniseerd is.
Een enkele 1e klas stoel in het oude gedeelte.
Twee stoelen naast elkaar in de 1e klasse van de oude rijtuigen.
Hier een detailfoto van de verstelknop voor de stoelzitting. Door eraan te trekken kan de zitting versteld worden.
In het oude deel van de VIRM-1 waren de klapstoelen ook van leer.
In de nieuwere rijtuigen, en op elke balkons van de oude rijtuigen waren ze weer voorzien van de nieuwe zachtere stof.
De oude kunstlederen stoelzittingen
De 1e klas stoelen in de nieuwere tussenrijtuigen. Het verstellen van de zitting gebeurt hier met een trekhendel onderaan de stoel.