Van Nieuwenhuizen legt haar functie als Minister van Infrastructuur neer

Van Nieuwenhuizen legt per direct haar werk als minister neer (Foto: Rijksoverheid / Martijn Beekman)
Van Nieuwenhuizen legt per direct haar werk als minister neer (Foto: Rijksoverheid / Martijn Beekman)

Demissionair minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) is opgestapt en legt haar taken per direct neer. Haar vertrek heeft ermee te maken dat ze een andere baan heeft gevonden als voorzitter van Vereniging Energie-Nederland, de branchevereniging van energiebedrijven.

Haar belangrijkste dossier tijdens haar laatste ministerschap was die van de stikstofcrisis. Demissionair staatssecretaris Barbara Visser (Defensie) volgt haar op, en haar taken worden overgenomen door demissionair minister Ank Bijleveld (Defensie). Van Nieuwenhuizen biedt vandaag op Paleis Noordeinde nog haar ontslag aan bij Koning Willem-Alexander. Visser zal vandaag worden beëdigd en gaat direct aan de slag op haar nieuwe werkplek. Van Nieuwenhuizen zal vanaf 1 oktober aan de slag gaan met haar nieuwe functie.

De politieke weg als VVD'er

In 1994 begon Cora Van Nieuwenhuizen als VVD'er in de gemeenteraad van Oisterwijk. Haar taak als gemeenteraadslid vervulde ze tot 2006. Van 2003 tot 2007 was Van Nieuwenhuizen lid van de Provinciale Staten van Noord-Brabant en fractievoorzitter van de VVD-fractie. Na de Provinciale Statenverkiezingen van 2007 werd zij benoemd als lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. Zij beheerde daar de portefeuille Mobiliteit, Infrastructuur, Havenschap Moerdijk, Eindhoven Airport en Toezicht op Waterschappen en Integrale Handhaving.

Sinds de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 hield zich als Kamerlid met name bezig met Integratie, Asiel en Immigratie. Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 kreeg zij binnen de VVD-fractie de portefeuille Sociale Zaken en was ze voorzitter van de vaste Kamercommissie voor Financiën. Vanaf 2014 werd Van Nieuwenhuizen lid van het Europees Parlement en werd daar lid van de commissies Economie en Monetaire zaken en Industrie, Technologie, Research en Energie

In 2017 werd zij Minister van Infrastructuur en Waterstaat toen het Kabinet-Rutte III van start ging. Hierbij verliet ze tegelijkertijd het Europees Parlement. In 2019 gaf ze tijdens een gesprek met Elsevier nog aan dat ze zich in de strijd wierp als opvolger van Rutte.