Vanaf aanstaande 1 juni zal het openbaar vervoer weer grotendeels weer op gang komen, zoals voor de coronacrisis. Staassecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) heeft in een reactie op vragen van de Tweede Kamer geantwoordt dat er voldoende plek in het openbaar vervoer zal zijn, zolang de reizigers zich maar aan de "spelregels" houden.

Vanaf de genoemde datum mag maar vijftig procent van de treinstoelen gebruikt worden. Dit betekent dat dit voornamelijk de stoelen aan de raamzijde zijn. De Kamer wilde van Van Veldhoven weten op welke manier zij de beperkte capaciteit gaat handhaven. "Wij kiezen voor heldere regels: vermijd de spits en reis alleen als het noodzakelijk is.".

Reizigers tellen en hygiëne

Eerder vroeg de PVV zich af of de conducteurs zelf het aantal reizigers in de trein moesten gaan tellen. Van Veldhoven was van mening dat dit te veel handhaving zou kosten.  Wel gaf ze aan "de vinger aan de pols" te houden, mocht het toch te druk worden. Bussen of treinen die te vol zitten, mogen stoppen en pas weer verder rijden als er genoeg mensen zijn uitgestapt zodat de veiligheid weer kan worden gegarandeerd.

Daarnaast werden er tijdens het vragenuurtje in de Kamer ook vragen gesteld over hygiëne en ventilatie in de trein. De staatssecretaris verzekerde hierbij dat treinen vaker worden gereinigd en geventileerd. "Schoonmakers besteden bovendien extra aandacht aan plekken die reizigers veel aanraken, zoals deurklinken."

Financiëel

De Kamerleden gaven ook aan benieuwd te zijn naar de vorm van de financiéle steun voor de vervoerder. Omdat er niet met volledige capaciteit gereden kan worden maken zij veel verlies. Partijen gaven aan verbaasd te zijn dat vervoersbedrijven weer op 100 procent te moeten draaien, zonder te weten op welke manier ze steun zullen krijgen. Volgens de staatssecretaris zijn de gesprekken hierover “een complexe puzzel”. Ze gaf aan dat het goed was geweest als er nu al een beslissing lag, maar benadrukte dat de gesprekken "een heel eind op weg zijn".