Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Thierry Aartsen heeft de door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) opgelegde deadline van 8 december niet gehaald in het overleg met Arriva over de toekomst van de treindiensten op de Noordelijke Lijnen. Volgens Aartsen was de tijd te beperkt om de gesprekken af te ronden, ook al liep het overleg de afgelopen periode door.

In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Aartsen dat hij samen met Arriva heeft vastgesteld dat er meer tijd nodig is om tot een zorgvuldig besluit te komen. De gesprekken worden daarom voortgezet. De staatssecretaris zegt met belangstelling te kijken naar de open-toegangsdiensten die Arriva in 2026 wil starten op het traject Zwolle–Groningen. Die nieuwe commerciële treinverbindingen bieden volgens hem een mogelijkheid om te zien hoe open toegang in de praktijk uitpakt.

Onderhandelingen

Een rechter van het CBb verplichtte Aartsen eerder om de onderhandelingen te heropenen, omdat het ministerie drie jaar geleden ten onrechte een streep had gezet door de gesprekken. Arriva wil al langer de Noordelijke Lijnen buiten de NS-hoofdrailnetconcessie om exploiteren, maar het kabinet vond destijds dat de vervoerder onvoldoende garanties kon geven.

Arriva reageert teleurgesteld op het opnieuw uitblijven van een besluit en noemt verder uitstel onnodig. Het bedrijf benadrukt dat het voorstel niet gekoppeld is aan de mid-termreview van de NS-concessie, die pas in 2029 plaatsvindt. Volgens de vervoerder kan de uitvoering van haar plannen veel eerder plaatsvinden dan het ministerie doet vermoeden.

Sneltreinen van start in het voorjaar

Ondertussen zet Arriva wel stappen buiten het dossier om. Vanaf de nieuwe dienstregeling kan de vervoerder sneltreinen gaan rijden tussen Zwolle en Groningen. De verwachting is dat deze verbindingen in het voorjaar van start gaan. Arriva benadrukt dat deze nieuwe diensten losstaan van het lopende overleg met de staatssecretaris over de toekomst van de Noordelijke Lijnen.