Deel van HSL-viaduct bij Rijpwetering moet vernieuwd worden voor snelheidsverhoging

Het viaduct aan de Zuidweg bij Rijpwetering die eind 2025 deels vernieuwd moet worden vanwege de instabiliteit ervan. (Foto: Google Streetview)
Het viaduct aan de Zuidweg bij Rijpwetering die eind 2025 deels vernieuwd moet worden vanwege de instabiliteit ervan. (Foto: Google Streetview)

Om de snelheid op de HSL tussen Hoofddorp en de Groene Harttunnel weer te kunnen verhogen moet een viaduct op het traject grondig worden aangepakt, stelt spoorbeheerder ProRail. Er zouden twee problemen zijn geconstateerd aan de viaduct Zuidweg bij Rijpwetering die enkel na ingrijpende werkzaamheden kunnen worden opgelost.

De problemen in de infrastructuur hebben er voor gezorgd dat er tot eind 2025 een snelheidsbeperking tot 80 kilometer per uur op dit deel van de HSL geldt. De treinen die op de HSL rijden zullen volgens NS automatisch de juiste snelheid oppikken waardoor de veiligheid gewaarborgd blijft. Als gevolg van deze maatregel heeft de NS besloten om vanaf vandaag voor onbepaalde tijd minder treinen op de HSL in te zetten tussen Amsterdam en Breda.

Twee problemen

"Meer dan twee jaar geleden constateerden we voor het eerst dat er iets aan de hand was. Toen we dat nader onderzochten, vonden we twee issues", legt Chris Heutinck uit, die vakdeskundige civiele techniek uitoefent bij ProRail. Als gevolg van de problemen werd de snelheid toen verlaagd tot 80 kilometer per uur.

"Aan de ene kant is er een probleem met de horizontale stabiliteit van de brug. Het viaduct mag bij een treinpassage niet te veel bewegen." Volgens Heutinck komt dit door de drie factoren wind, stootbelasting door bijvoorbeeld door oneffenheid van de rails. en centrifugaalkracht. "Dat laatste ontstaat in dit geval doordat het spoor op het viaduct in een bocht ligt. Door een ongelukkig ontwerp wordt de vervorming van de rubberen oplegblokken te groot, waardoor er te veel zijdelingse verplaatsing is. Dat zorgt voor scheurtjes in lasnaden van de stalen fixatieconstructies van de brug."

Het tweede probleem is het zuidelijke gelegen landhoofd van de brug waar de trein de brug verlaat om weer verder te rijden op het baanlichaam. Als gevolg van de verplaatsing van de ondergrond heeft dit landhoofd zich enkele centimeters verplaatst, wat heeft geleid tot overbelasting van de funderingspalen. Daarom is het noodzakelijk om op termijn het landhoofd te vervangen. Voordat dit gebeurt zal de situatie continu gemonitord worden met aangebrachte sensoren. Dit gebeurt ook bij negen andere viaducten op het traject die dezelfde constructie bevatten. Daarom gelden er op andere delen van het traject ook nog eens snelheidsbeperkingen van 120 kilometer per uur.

Buitendienststelling

De volgende fase omvat volgens ProRail een onderzoek naar de mogelijkheid om de bestaande snelheid van 80 kilometer per uur te verhogen naar 160 kilometer per uur. Hiervoor is een technische onderbouwing vereist die aantoont of de snelheid wel verhoogd kan worden. Echter, om terug te keren naar de oorspronkelijke snelheid van 300 kilometer per uur, waar de Eurostar mee rijdt, is er een langdurige buitendienstelling benodigd. Deze periode zal twee weken duren, en naar verwachting eind 2025 plaatsvinden.

Bron: ProRail