NS: Dramatisch verlies van 2,6 miljard euro, steun van overheid noodzakelijk

De NS heeft in 2020 een verlies van 2,6 miljard euro gemaakt  (Foto: Alfenaar)
De NS heeft in 2020 een verlies van 2,6 miljard euro gemaakt (Foto: Alfenaar)

De NS heeft het jaar 2020 afgesloten met een dramatisch verlies van 2,6 miljard euro. Dit maakte de vervoerder donderdag bekend in hun jaarcijfers. Vanwege de coronacrisis heeft het bedrijf fors minder reizigers vervoerd. Om de dienstregeling te waarborgen is er opnieuw een steun van de overheid nodig.

Waar 2019 een topjaar was met een hoge reizigerswaardering en een nettoresultaat van 215 miljoen euro, sluit NS coronajaar 2020 af met een nettoverlies van 2,6 miljard euro. De keer daarvoor dat het vervoersbedrijf verlies maakte was zeven jaar geleden, toen leden ze verlies door flinke afschrijvingen waaronder de Fyra-treinen.

Wel konden reizigers ondanks de crisis rekenen op een betrouwbare dienstverlening in zowel de trein als op het station.

Om financieel gezond te blijven en om het treinkaartje betaalbaar te houden moet er tot 2025 1,4 miljard euro aan kosten en investeringen worden bespaard. Daarom heeft de NS besloten om haar organisatie in te krimpen om meer wendbaar te worden. Om de reizigers terug krijgen komt het bedrijf op termijn met een aantrekkelijk aanbod van nieuwe abonnementen die aangepast zijn op situatie in de huidige tijd, waarbij veel mensen ook thuiswerken. Daarnaast komen er ook nieuwe gerichte campagnes.

Lage reizigersaantallen

De slechte financiële resultaten in 2020 zijn te verklaren door de lage reizigersaantallen vanwege de coronamaatregelen en een lagere reizigersprognose voor de komende jaren. Dat leidt tot een bijzondere waardevermindering van de Nederlandse hoofdrailnetconcessie van 1,6 miljard euro voor de verwachte verliezen tot en met 2024. Het Hoofdrailnet is tot die tijd zwaar verlieslatend.

Komende jaren zijn de opbrengsten te laag om alle uitgaven te betalen en investeringen terug te verdienen. Door de coronapandemie kopen minder reizigers een kaartje, pauzeren reizigers hun abonnement en neemt de verkoop in de winkels op stations af. De NS heeft de verwachting dat ze in 2025 weer terug zijn op het reizigersniveau van 2019. NS zet daarom stappen naar een kleinere organisatie in Nederland om weer financieel gezond te worden. Tot en met 2024 gaat NS 1,4 miljard euro besparen door een krimp van de organisatie met naar verwachting circa 2.300 banen en een reductie van het investeringsniveau met 30 procent. Daarbij is kort geleden nog een nieuwe cao met de bonden afgestemd die een werkgarantie tot 2025 levert, waarbij NS voor de plannen inzet op natuurlijk verloop

Prestaties in 2020

Door de lage reizigersaantallen zijn de prestaties van NS over 2020 moeilijk te vergelijken met 2019. In 2020 kwam 93,5 procent van onze reizigers op tijd tegenover 92,6 procent in 2019. De zitplaatskans in 2020 was 97,3 procent waarbij dat in 2019 lag op 94,9 procent. Dit is het hoogste sinds de metingen, maar de NS beseft dat beide scores sterk beïnvloed zijn door de lage reizigersaantallen vanwege de coronapandemie. In tegenstelling tot de afgelopen jaren konden ze geen cijfers over de klanttevredenheid tonen omdat een dergelijk onderzoek in de trein niet verantwoord was vanwege de coronatijd

Wel spreekt de NS over reizigers tijdens de grote impact van de crisis het afgelopen jaar konden rekenen op een betrouwbare dienstverlening in de trein en op het station

Financiële opbrengsten

Financieel sluit NS 2020 af met een omzet van €6.601 miljoen. De opbrengsten komen uit vervoer per trein in Nederland, Verenigd Koninkrijk en Duitsland en uit exploitatie van stations in Nederland. Circa 30% van de opbrengsten (2.037 miljoen euro) komt uit een vergoeding van de Nederlandse (818 miljoen euro) en de Britse overheid (1.195 miljoen euro) om treinen tijdens de pandemie te blijven rijden.

De NS realiseerde een negatief resultaat uit bedrijfsactiviteiten van –111 miljoen euro tegenover 287 miljoen euro positief in 2019. Inclusief bijzondere waardevermindering komt dit uit op 2.443 miljoen euro negatief. Het nettoverlies kwam afgelopen jaar uit op 2.581 miljoen euro negatief tegenover 215 miljoen euro winst in 2019.

In Nederland daalde de vervoersopbrengsten met 42% naar €1.539 miljoen (2019: €2.661 miljoen), doordat het aantal reizigerskilometers in 2020 met 55% gedaald is. Op verzoek van de overheid zijn wij vrijwel een volledige dienstregeling tijdens de pandemie blijven rijden. Ter compensatie hebben wij hiervoor een beschikbaarheidsvergoeding van €818 miljoen ontvangen. De opbrengsten van de exploitatie van stations zijn met 32% gedaald naar €376 miljoen (2019: €547), vooral veroorzaakt door lagere opbrengsten uit retailactiviteiten en de OV-fiets en een financiële tegemoetkoming aan onze huurders. Door de ingrijpende coronamaatregelen voor winkels en horeca heeft NS voor de stationsexploitatie een NOW-vergoeding van €24 miljoen ontvangen. NS realiseerde in Nederland een negatief resultaat uit bedrijfsactiviteiten van – €139 miljoen (2019: €232 miljoen positief), inclusief bijzondere waardevermindering bedroeg het resultaat uit bedrijfsactiviteiten – €1.701 miljoen.

Rintel: In 2021 opnieuw klaar voor de reiziger

President-directeur NS Marjan Rintel schrijft het volgende over het jaarverslag:

Ik wil een groot compliment maken aan onze collega’s die tijdens de pandemie in moeilijke omstandigheden reizigers zijn blijven vervoeren. In 2021 willen we er opnieuw voor de reiziger staan.
We zijn dankbaar voor de beschikbaarheidsvergoeding die tot september 2021 van kracht is. Voor het in stand houden van de dienstregeling van dit jaar en de nieuwe dienstregeling in 2022 en daarna hebben we – gezien de lagere reizigersaantallen - nieuwe financiële afspraken nodig. Dit ondanks het besparingsprogramma van € 1,4 miljard dat NS in de periode tot en met 2024 doorvoert. Naast een beschikbaarheidsvergoeding voor het rijden van treinen in deze moeilijke periode, blijven op de lange termijn investeringen in het spoor nodig om Nederland bereikbaar te houden. Door de enorme woningbouwopgave zal de vraag naar openbaar vervoer op lange termijn uiteindelijk weer sterk toenemen.