Onderhandse vergunning voor exploitatie van hoofdrailnet aan NS mag vooralsnog doorgaan
De onderhandse gunning aan NS door de overheid om de komende jaren het hoofdrailnet voor een groot deel te laten blijven exploiteren kan vooralsnog doorgaan. Het hoger beroep dat was aangespannen door de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland (FMN) is vooralsnog zonder succes gebleken.
De rechter heeft het kort geding in hoger beroep afgewezen, nadat in december de eerdere poging van FMN om de gunning tegen te houden ook al was afgewezen.
Bezwaar tegen onderhandse aanbesteding
Onder FMN bevinden zich diverse treinvervoerders, waaronder Arriva, Transdev, Qbuzz en Keolis. Zij waren het niet eens met de beslissing van de overheid om het hoofdrailnet voor een periode van tien jaar zonder aanbestedingsprocedure aan NS toe te wijzen middels een onderhandse gunning. FMN stelt dat deze manier van gunning in strijd is met Europese regelgeving, waarin is bepaald dat ook andere partijen de kans moeten krijgen om op het hoofdrailnet te rijden. Hoewel de vervoerders van FMN in Nederland enkele regionale treinen exploiteren, vallen deze trajecten buiten het hoofdrailnet.
Door middel van het kort geding probeerden de treinvervoerders het aanbestedingsproces voor het hoofdrailnet aan NS te stoppen totdat de rechter uitspraak zou doen in een bodemprocedure later dit jaar. Echter, de rechtbank van Den Haag oordeelde al eerder dat er geen reden was om aan te nemen dat de overheid in strijd handelde met de Europese wet- en regelgeving bij de gunning aan NS. Het gerechtshof heeft deze uitspraak bevestigd.
De uitspraak in de bodemprocedure wordt in mei van dit jaar verwacht. Als de rechter dan concludeert dat de Europese regels niet worden nageleefd, kan de onderhandse gunning aan NS alsnog van tafel geveegd worden.