NS en ProRail: Spoornetwerk niet bestand tegen extreem winterweer
Het Nederlandse spoornetwerk is niet opgewassen tegen hevige winterse omstandigheden. Dat concluderen ProRail en NS in een gezamenlijke winterevaluatie na de overlast in de week van 7 februari, waarbij het treinverkeer ernstig getroffen werd door sneeuwval.
Ondanks de jaarlijkse seizoensvoorbereidingen van ProRail en NS, bleek het spoorsysteem niet bestand tegen dit soort extreme weersomstandigheden, en liep het tegen haar technische grenzen aan. Uit de evaluatie blijkt dat er verbetering mogelijk is op een aantal vlakken om de overlast voor reizigers zo klein mogelijk te maken. Maar helemaal voorkomen dat er problemen ontstaan bij dit soort extreem winterweer is onmogelijk, tenzij er miljarden euro's geinvesteerd zullen worden, meldt het evaluatierapport.
Verbeteringen
Uit de evaluatie blijkt dat er verbeteringen mogelijk zijn om ervoor te zorgen dat de dienstregeling sneller opgestart kan worden in de toekomst, na dit soort extreme weersomstandigheden. ProRail en NS nemen maatregelen op vier hoofdthema’s:
- ProRail doet, in samenwerking met vervoerders, nader onderzoek naar de winterbestendigheid (bij verschillende weerstypen) van de infrastructuur in relatie tot de dienstregeling van vervoerders. Dit onderzoek zal leiden tot één of meerdere scenario’s waarbij een afschaling van de infrastructuur aansluit op de afgeschaalde dienstregeling van vervoerders.
- ProRail verbetert de voorbereidende maatregelen om wissels wintergeschikt te maken. Bijvoorbeeld door het optimaliseren van de manier waarop controles van de wisselverwarming plaatsvinden en hoe daarover gerapporteerd wordt. Daarbij zet ProRail in op betere prioritering van de herstelwerkzaamheden bij een groot aantal verstoringen.
- NS gaat verdere verbeteringen uitvoeren in het winterklaar maken van haar materieel.
- ProRail verbetert zowel de interne processen als de communicatie- en informatievoorziening aan regionale en goederenvervoerders in voorbereiding op en tijdens het afschalen van de infrastructuur gedurende winterse omstandigheden.
Sneeuwbaleffect
Uit de evaluatie blijkt dat er in vergelijking met een normale winterse dag op zondag 7 en maandag 8 februari sprake was van veel meer storingen dan gebruikelijk bij winters weer. De aanhoudende stuifsneeuw zorgde voor grote problemen in het sneeuwvrij maken, maar vooral ook sneeuwvrij houden van de wissels op het spoor. Daardoor konden veel wissels niet bereden worden en reden er aanzienlijk minder treinen. In de loop van die week reden er gefaseerd steeds meer treinen.
Het aantal storingen aan het spoor zette een 'sneeuwbaleffect' in werking. Er waren onvoldoende mensen en middelen om alle storingen tegelijekrtijd te verhelpen. Deze overvloed aan storingen leidde er bovendien toe dat ProRail moeite had om te bepalen welke storingen de aannemers als eerste moesten verhelpen.
Door storingen op het spoor waren rangeerterreinen, onderhoudslocaties en goederenterminals niet of slecht bereikbaar. Hierdoor konden treinen niet uitrijden en materieel dat defect was de werkplaats niet bereiken. Zo’n 12 procent van het NS-materieel werd getroffen door het winterse weer. Met name ijsvorming op treeplanken en ijsvorming op de typhoons (claxon) en tandwielkasten zorgden voor problemen.
Haperende opstart
Dankzij grote inspanningen van alle spoormedewerkers lukte het maandag 8 februari om het treinverkeer weer voorzichtig op gang te brengen. Maar doordat het extreem winterweer bleef en er soms nog sneeuw viel, bleven er veel storingen bijkomen. Die storingen zaten een soepele opstart van het treinverkeer in de weg omdat de complexe dienstregeling van met name NS nauw verweven is met de beschikbaarheid van spoor.
Door het hoge aantal storingen, was het onmogelijk een scenario te maken voor het opstarten van de dienstregeling onder de ontstane situatie. ProRail en NS kenden geen logistiek scenario dat onder het niveau van de winterdienstregeling ligt, waarbij 80 procent van de treinen rijdt. Door deze problemen kon geen perspectief worden geboden in de communicatie naar reizigers. De communicatie sloot aan op wat ProRail en NS maximaal wisten.
Regionale lijnen onvoldoende geïnformeerd
ProRail en vervoerders waren hierdoor niet enkel genoodzaakt heel veel storingen verhelpen, maar ook een nieuwe dienstregeling bedenken die betrouwbaar was. Uit de evaluatie is ook gebleken dat ProRail regionale vervoerders en goederenvervoerders onvoldoende informeerde over de impact die het extreme winterweer op spoor en treinen had. Hierdoor reden er in bepaalde regio's minder regionale treinen waar dat wel had gekund.
In veel gevallen rijden de regionale treinen over een eigen spoor waar NS en andere vervoerders geen gebruik van maken Hierdoor had een dergelijk 'sneeuwbaleffect' op de NS-lijnen minder snel de grip op dat spoor kunnen verliezen.