Europese Unie spant procedure aan tegen Nederland vanwege concessie hoofdrailnet
De Europese Commissie heeft een procedure ondernomen tegen Nederland vanwege de toewijzing van de hoofdrailnetconcessie aan de NS zonder openbare aanbesteding. Volgens de Commissie schendt deze toewijzing de Europese mededingingsregels. De Europese Commissie verzoekt de Nederlandse regering om zich te houden aan de EU-regels voor het aanbesteden van openbaar vervoer per spoor.
Als Nederland niet de vereiste stappen onderneemt zoals opgelegd door Brussel, kan deze inbreukprocedure uiteindelijk leiden tot een rechtszaak bij het Europees Hof van Justitie, meldt RTL Nieuws. Het kabinet heeft twee maanden de tijd om te reageren op de brief van de Europese Commissie. Het is belangrijk op te merken dat de procedure van de Commissie geen opschortende werking heeft. Dit betekent dat het proces van de gunning gewoon kan doorgaan tijdens deze periode.
Steun van meerderheid Tweede Kamer
Demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen, verantwoordelijk voor deze kwestie, is op de hoogte gesteld van het besluit van de Europese Commissie. Ze benadrukt echter dat het besluit over de concessie reeds in 2020 is genomen en herhaaldelijk door een grote meerderheid van de Tweede Kamer is gesteund.
Ondanks veel overleg met de Europese Commissie is het tot nu toe niet gelukt om de bezwaren van de Europese Commissie weg te nemen. Ik wil vasthouden aan de ingeslagen koers over de voorgenomen gunning van de hoofdrailnet-concessie. Dit is nodig om onze ambities over een fijnmazig, samenhangend en betrouwbaar OV-netwerk te waarborgen."
Het ministerie van Infrastructuur benadrukt dat de Europese Commissie regelmatig bezwaar maakt tegen beslissingen van nationale overheden. Dit is een bekend fenomeen waarbij de Commissie haar rol als toezichthouder op de naleving van Europese regels vervult. "90 procent van die bezwaren wordt opgelost zonder tussenkomst van een rechter", zegt een woordvoerder van het ministerie.
Toekennen van concessie
Het kabinet heeft als doel om in december de concessie aan de NS toe te kennen, nadat de Tweede Kamer aan het einde van de zomer op de hoogte wordt gesteld van de inhoud van het nieuwe contract. Hiermee krijgt de NS vanaf 2025 voor een periode van tien jaar de verantwoordelijkheid over het treinvervoer op het grootste deel van het Nederlandse spoor.
Eerder probeerde een collectief van regionale vervoerders, de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland, via de rechter af te dwingen dat ook zij de mogelijkheid zouden krijgen om te concurreren voor het rijden van treinen op het hoofdrailnet. De rechter oordeelde eind mei echter dat zij niet bevoegd waren om de onderhandse gunning tegen te houden.
De vervoerders zullen in beroep gaan tegen deze uitspraak bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), hoewel dit pas kan plaatsvinden nadat de concessie daadwerkelijk aan de NS is verleend door de overheid.