Het Nederlands Transportmuseum zit met de handen in het haar. Vorig jaar leek het erop dat er in de buurt van station Hoofddorp een nieuwe locatie voor het museum gevonden was, maar helaas is de blijdschap van korte duur. Voor de toegewezen locatie zijn er veel onderzoeken nodig voordat er gebouwd kan worden en daarnaast is het een doorn in het oog van UNESCO.

Het museum in Nieuw-Vennep is inmiddels al een jaar gesloten vanwege de aankomende verhuizing. Het Transportmuseum opende in april 2018 in het voormalige bedrijfsgebouw van vliegtuigfabrikant Fokker op het Lucas Bols-fabrieksterrein. Het huidige gebouw zal op korte termijn worden gesloopt omdat er woningen gebouwd zullen worden. 

Nieuwe locatie

Aanvankelijk leken er vorig jaar na een lange zoektocht knopen doorgehakt om aan de rand van Hoofddorp een nieuw museum te bouwen. In overleg met Schiphol Area Development Company, waar de provincie Noord-Holland, de gemeente Haarlemmermeer en Schiphol zelf onder vallen, kon er uiteindelijk een leeg kavel beschikbaar gesteld worden. 

Echter moeten eerst 27 nodige onderzoeken gedaan worden. Een vleermuizenonderzoek is daar een van. Op de 4 hoeken van het stuk grasland van 125 bij 200 meter moeten vier detectoren geplaatst worden die gedurende het jaar de vleermuizenactiviteiten meten. De kosten van dit onderzoek komen uit op 30.000 euro. Daarnaast speelt een discussie met de Werelderfgoed organisatie UNESCO, die niet wil dat binnen 1.000 meter van de Stelling van Amsterdam nieuwe bouwwerken verrijzen. De Stelling kan in een uiterst geval haar status als werelderfgoed verliezen.

Tijdelijke ruimte gezocht voor collectie

Het Transportmuseum is inmiddels nu zover dat de verhuizing van alle 135 grote objecten van start kan gaan, echter is er momenteel nog geen enkele bestemming voor het nieuwe museum. Daarom zoekt de organisatie nu naar stallingslocaties om hun collectie te kunnen stallen. Deze bevat onder meer de nostalgische TEE-trein van in totaal 125 meter lang, een oud metrotreinstel van de GVB, een Utrechtse sneltram van Connexxion en de Superbus van Wubbo Ockels. Bij het museum zijn 35 organisaties aangesloten en ruim 350 vrijwilligers.

Omdat het huidige pand plaats moet maken voor woningbouw zoekt het museum op zeer korte termijn naar een ruimte van minimaal 500 tot maximaal 2.000 vierkante meter om haar collectie voorlopig te stallen en, indien mogelijk, toegankelijk te maken. De organisatie stelt dat een boerenstal of een leegstaande hal ook zeer welkom is, maar ook wordt er genoegen genomen met een stuk erf waar een tent op geplaatst kan worden.