Staatssecretaris brengt werkbezoek aan Enschede voor spoorlijn naar Münster

De delegatie op het kleine stukje spoorlijn in Enschede die later doorgetrokken moet worden. (Foto: EuRegio)
De delegatie op het kleine stukje spoorlijn in Enschede die later doorgetrokken moet worden. (Foto: EuRegio)

Staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat bracht deze week een werkbezoek aan Twente. Zij liet zich ter plekke op de hoogte stellen van de kansen en mogelijkheden van de grensoverschrijdende spoorverbinding Zwolle-Twente-Münster.

Tijdens het bezoek werd onder meer station Enschede bezocht, waar nu nog twee stootblokken op de rails een doorgaande verbinding tussen naar Duitsland blokkeren. Bestuurders van Twente Board, provincie Overijssel, Regio Zwolle en EUREGIO deden een beroep op de staatssecretaris, om de doorgaande grensoverschrijdende spoorverbinding mogelijk te maken en financiële en politieke steun uit te spreken.

Ook werd er gesproken met de burgemeester van Enschede Roelof Bleker en Rainer Doetkotte van Gronau die betrokken zijn. Ook gedeputeerde Tijs de Bree van de provincie Overijssel, voorzitter Wim Boomkamp van de TwenteBoard, wethouder Gerard Gerrits van Hengelo, vice-voorzitter van Regio Zwolle Richard Korteland, en adjunct-directeur van de EuRegio Dinand de Jong namen deel aan het gesprek.

Zwolle koppelen met Münster

Op dit moment bestaan er twee spoorverbindingen tussen Zwolle en Münster, die elkaar ontmoeten in Enschede. Daar komen de treinen uit Zwolle en uit Münster elkaar tegen, met twee stootblokken die ze van elkaar scheiden. Het doel van het project EuregioRail is om de beide verbindingen aan elkaar te koppelen en zo een rechtstreekse lijn te realiseren. In het najaar van 2020 was er al een doorbraak waarin de ambitie op de uitvoeringsagenda geplaatst werd. Hierin werd gesproken om in 2027 de nieuwe internationale treindienst te laten rijden.

Haast geboden bij een noodzakelijke stap

Een technische studie in opdracht van EuregioRail liet vorig jaar zien dat voor een bedrag van 100 miljoen euro niet alleen de treinen uit Zwolle en Münster aan elkaar gekoppeld kunnen worden, maar ook de trein uit Dortmund door kan rijden tot Hengelo. Voor een infrastructurele opwaardering van dit formaat is dat een relatief kleine investering. Bovendien valt een aanzienlijk deel van de investering, 30 miljoen euro, aan Duitse kant. Aan Nederlandse kant is er dus slechts 70 miljoen nodig.

Ook moet er haast worden gemaakt met plannen voor de elektrificatie. De huidige dieseltrein van DB Regio die rijdt tussen Enschede en Münster zit namelijk aan zijn capaciteitsgrenzen. Als er aan Nederlandse kant niet op deze ontwikkeling ingespeeld wordt zullen de geplande elektrische dubbeldekstreinen uit Münster vanaf 2028 niet langer door kunnen rijden tot in Enschede. De urgentie om te handelen op deze mogelijkheid is groot, want de elektrificatie tussen Gronau en Enschede en de doorkoppeling naar Zwolle zijn noodzakelijk voor het behoud van de huidige grensoverschrijdende treinverbinding. De staatssecretaris werd daarom gevraagd om financiële steun voor deze eerste stap toe te zeggen.

Opname in het Europese TEN-T netwerk

De staatssecretaris werd ook gevraagd vanuit haar ministerie steun uit te spreken voor de opname van de Zwolle-Münster spoorverbinding in het Comprehensive Network van het Europese TEN-T netwerk. Deze stap is een voorwaarde voor het aanvragen van Europese subsidie, waarmee tot 40% van de realisatiekosten voor de doorgaande verbinding Europees gefinancierd kan worden. De onderhandelingen over herziening van het netwerk zijn volop bezig, de lidstaten willen voor 2 juni 2022 hun standpunt hebben bepaald, dus ook hier is haast geboden. Nederlandse steun voor opname in het netwerk is ook in het belang van Nederland, aangezien de Nederlandse kosten voor de realisatie sterk omlaag gebracht kunnen worden door de Europese subsidie.