‘Langs het spoor’ in Limburgs Museum

Vanaf 15 maart tot en met 29 juni 2014 is in het Limburgs Museum in Venlo de bijzondere tentoonstelling ‘Langs het spoor’ te zien, met een vijftigtal foto’s van Kees van de Meene (1935). Bij de expositie verschijnt een boek met honderdvijftig opnames uit zijn omvangrijke oeuvre met spoorfoto’s gemaakt tussen 1955 en 1970.

De foto’s van Kees van de Meene geven een bijzondere inkijk in de wereld van het spoor in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Een periode die zich kenmerkt door grote veranderingen op spoor-technisch vlak. Door dit historisch perspectief zijn Van de Meene’s foto’s veelvuldig gepubliceerd in spoortijdschriften en andere uitgaven, maar voor het eerst zijn nu een boek én tentoonstelling speciaal gewijd aan zijn werk.

Belangrijk in de naoorlogse wederopbouw van de spoorwegen waren de elektrificatie van het spoorwegnet, het verdwijnen van stoomlocs, de komst van nieuwe treintypen, de aanleg van nieuwe spoorlijnen en de modernisering van het spoorbeveiligingssysteem. Van de Meene heeft een diepe belangstelling voor deze fenomenen die hij fotografisch documenteerde, van een simpel seinhuis langs een eenzaam spoorlijntje, tot aan duizelingwekkende industriële spoorlandschappen. Dat deed hij niet alleen in Nederland, maar ook in Wallonië en delen van Duitsland. Uit Limburg zijn er bijzondere beelden van emplacementen en (de laatste) stoomtreinen bij de steenkolenmijnen in Haanrade en Schaesberg, stationnetjes in Spekholzerheide, Eijs-Wittem en Tegelen, spoorwegovergangen bij Venlo, Lottum, Vierlingsbeek en Wylre. En altijd is er op deze foto’s veel te ontdekken, wat de opnames niet alleen voor spoorfanaten de moeite waard maakt.

Je kunt Van de Meene dan ook geen doorsnee ‘treinspotter’ noemen, want zijn interesse gaat verder dan het rollend materieel. Met een vader die bij de NS werkte, werd Kees al vroeg aangestoken door het spoorvirus. Als driejarige vroeg hij zijn moeder om een spoorwegovergang voor hem te tekenen, met de overwegbomen open, dicht en half open. Daar manifesteerde zich de passie, en al in de oorlogsjaren begon hij het leuk te vinden om allerlei lijnen in Nederland te gaan verkennen, iets wat hij na de oorlog ging intensiveren. Met een speciale gezinspas voor NS-personeel was dat eenvoudig, en hij ging ook meer en meer naar het buitenland. Vanaf 1954 begon hij het spoor te fotograferen, met zijn  eerste kleinbeeldcamera, een Zeiss Ikon Ikonta.

De duizenden spoorfoto’s  die Van de Meene vanaf dat moment maakte, documenteren een wereld die in verandering was, maar die sindsdien ook weer een drastische metamorfose heeft ondergaan. Fotografe Anouk Gielen (1974) selecteerde voor het boek honderdvijftig foto’s waarbij zij zich in grote mate liet leiden door de visuele kwaliteit van de opnames. In de tentoonstelling ligt eveneens het accent op de fotografisch sterke beelden van Van de Meene.  Zo kan de spoorfanaat zich vergapen aan vele treinen, stationsgebouwen, emplacementen, spoorwegovergangen, bruggen of viaducten, terwijl de foto-fijnproever geraakt kan worden door het stemmige zwart-wit, een detail, een mistig of regenachtig decor, een weids vergezicht of een desolaat spoorlandschap, een rommelig achteraf terrein met wat goederenwagons, en de voelbare aanwezigheid van stoomdampen.

Meer registrerend van aard zijn de 8mm-filmopnames die Van de Meene tijdens zijn spoorreizen maakte, waarvan er een aantal in de tentoonstelling  te zien is. Op de film is het commentaar van de maker zelf te horen.

Meer informatie over de foto’s van Kees van de Meene en het te verschijnen boek is te vinden op Fotoboek Kees van de Meene en 99Uitgevers/Publishers.

Locatie:

Limburgs Museum
Keulsepoort 5
5911 BX  Venlo
www.limburgsmuseum.nl